Voor leerkrachten kan het best een zoektocht zijn om (hoog)begaafde leerlingen passend onderwijs te bieden. Welke aanpak en welke materialen kun je het beste inzetten voor (hoog)begaafde leerlingen en waarom? Door inzichten vanuit onderzoek te verbinden aan ervaringen vanuit de onderwijspraktijk kan de kwaliteit van het onderwijs verbeteren, ook voor de (hoog)begaafde leerlingen. Maar hoe doe je dat? Binnen de onderzoekswerkplaats POINT wordt hier op een mooie wijze handen en voeten aan gegeven. | door Elise Samsen, Derk Lettink, Aline van Stiphout, Nathalie van Geloven en Luc Vermeulen

Dit artikel staat ook in het tijdschrift Gifted@248 HERFST 2022

Onderwijsverbetering door evidence-informed werken
In het onderwijs worden de termen evidence-based en evidence-informed werken steeds vaker gebruikt. Bij evidence-based werken worden wetenschappelijk bewezen inzichten gebruikt om de onderwijspraktijk te verbeteren en gestelde doelen te behalen. Een leerkracht bekijkt bijvoorbeeld welke methode of interventie wetenschappelijk bewezen is en zet deze in. Het is belangrijk om wetenschappelijke inzichten te gebruiken. Daarnaast moet de praktijk niet worden vergeten. Of een bepaalde methode of specifiek materiaal werkt, is bijvoorbeeld afhankelijk van de context (denk aan: reguliere klas of plusklas), maar ook van de doelgroep (denk aan: hoogbegaafde leerlingen of leerlingen met leerproblemen) en belangrijke betrokkenen (zoals de leerkracht die de methode of het materiaal inzet). Bij evidence-informed werken binnen het onderwijs heeft het inzicht van de leerkracht een grotere rol. Bij deze manier van werken worden zowel kennis vanuit onderzoek als ervaringen vanuit de onderwijspraktijk gebruikt om het onderwijs te verbeteren (zie figuur 1). Evidence-informed betekent dat je vanuit de wetenschap en de praktijk weet wat waar en voor wie werkt.

 

Visualisatie van evidence-informed werken (Wubbels & Van Tartwijk, 2017).

Evidence-informed aan de slag met Grej of the Day!
Meester Tom is leerkracht van groep 6 en wil graag de algemene kennis van zijn leerlingen vergroten. Hij vindt de methode Grej of the Day (GOTD). Bij GOTD maakt de leerkracht de leerlingen eerst nieuwsgierig door hen een raadsel mee te geven. Een dag later geeft de leerkracht op een creatieve wijze een microles over het bijhorende onderwerp. Deze methode is effectief omdat

1) het een korte informatieoverdracht is en leerlingen zo goed hun aandacht kunnen vasthouden/
2) het een beroep doet op voorkennis en de verbinding maakt met nieuwe kennis, en
3) leerlingen het heerlijk vinden om met een prikkelend raadsel op pad te worden gestuurd.

De meester bedenkt dat de leerlingen die meer uitdaging aankunnen dit zelf ook zouden kunnen en daarom laat hij hen zelf een GOTD-les ontwikkelen en presenteren. De kennis van de hele klas neemt enorm toe en de (hoog)begaafde leerlingen worden uitgedaagd! Casus ingebracht door Nathalie van Geloven (leerkracht)

Volgens het Platform Samen Onderzoeken draagt evidence-informed werken zowel bij aan een verbeterde kwaliteit van het onderwijs als aan de onderzoekende houding van leerkrachten, de onderzoekscultuur in de school en de verbinding tussen de wetenschap en de onderwijspraktijk. 

Evidence-informed werken binnen POINT
Vaak is er een kloof tussen het onderwijs en het onderwijsonderzoek. Binnen de onderzoekswerkplaats POINT wordt er juist een brug geslagen tussen praktijk en wetenschap. Hier werken leerkrachten, pabodocenten en wetenschappers samen aan passender onderwijs voor leerlingen met kenmerken van (hoog)begaafdheid en hun klasgenoten. Dit doen zij door samen onderzoek te doen en de inzichten vanuit deze onderzoeken te delen met de praktijk. De POINT-leerkrachten leren ook hoe zij evidence-informed kunnen werken en gaan bijvoorbeeld aan de slag met: Hoe vind ik (wetenschappelijke) vakliteratuur? Hoe lees ik deze literatuur kritisch? Hoe gebruik ik onderzoek en literatuur om mijn eigen handelen (en dat van mijn collega’s) in de praktijk te verbeteren?

Ervaring vanuit POINT
Sinds het schooljaar 2019-2020 neem ik deel aan POINT013, waarbij een van de taken is om vanuit een vraagstuk van je eigen school een eigen onderzoek op te zetten en uit te voeren. Met behulp van literatuur, good practices, partnerschap en begeleiding binnen POINT krijg je de mogelijkheid om een brug te slaan tussen wetenschap en praktijk. Wat is helpend voor je eigen school, team, individuele collega’s en de leerlingen? Naar aanleiding van mijn onderzoeksresultaten is het gedachtegoed omtrent het zien/horen en begeleiden van de (hoog)begaafde kinderen op mijn school door collega’s aangepast. Middels het voeren van kindgesprekken worden onder andere de ondersteuningsbehoeften beter in kaart gebracht en weten alle collega’s beter wat het specifieke kind nodig heeft. Ervaring door Luc Vermeulen (leerkracht en coördinator begaafdheid)

Daarnaast delen de leerkrachten tijdens de POINT-bijeenkomsten een good practice. Dit is bijvoorbeeld materiaal, een methode of een activiteit waarvan de leerkracht in de praktijk merkt dat deze effectief is voor de (hoogbegaafde) leerlingen in hun klas. Alle POINT-leerkrachten hebben een materiaalbeschrijving gemaakt over een van deze good practices. Voor het maken van deze materiaalbeschrijving zijn de leerkrachten evidence-informed te werk gegaan: enerzijds hebben de leerkrachten vanuit de literatuur verantwoord hoe het materiaal kan bijdragen aan het ontwikkelen van bepaalde vaardigheden en anderzijds hebben de leerkrachten in de praktijk bekeken hoe het materiaal wordt ervaren.

Materiaalbeschrijvingen: twee voorbeelden

De materiaalbeschrijvingen van POINT bestaan uit vaste onderdelen, waarvan dit de belangrijkste zijn:

  • Korte omschrijving en doelgroep: De leerkracht beschrijft hoe het materiaal werkt en hoe het kan worden ingezet, wat het doel is en voor wie het materiaal geschikt is.
  • Theoretische verantwoording: Onderbouwd vanuit de literatuur beschrijft de leerkracht op welke vaardigheden het materiaal een beroep doet en vaak ook waarom dit specifiek belangrijk is voor (hoog)begaafde leerlingen.
  • Bevindingen vanuit de POINT-werkplaats en de praktijk: De leerkracht geeft aan hoe het materiaal in de onderwijspraktijk wordt ervaren, wat positieve en eventuele verbeterpunten zijn en hoe het materiaal effectief kan worden ingezet.

Het maken en gebruiken van materiaalbeschrijvingen kan inspirerend zijn voor andere scholen. De materiaalbeschrijvingen van POINT helpen leerkrachten bijvoorbeeld om kritisch te beoordelen welke materialen geschikt (of minder geschikt) zijn voor het werken met (hoog)begaafde leerlingen. Daarnaast dragen deze beschrijvingen eraan bij om materialen doelgericht te kunnen inzetten. Hieronder worden twee materialen en ervaringen vanuit POINT gedeeld.

Team UP! door Derk Lettink
Derk: ‘Voor mijn school heb ik TeamUP! aangeschaft. Team UP! is een coöperatief spel dat bestaat uit blokken van verschillende groottes en met verschillende kleuren. Tijdens het spel moeten spelers samenwerken en overleggen om zo tot het beste resultaat te komen en zo veel mogelijk punten te behalen. De spelers trekken telkens een instructiekaart die de kleur en vorm van de blokken aangeeft die ze moeten stapelen. De blokken moeten zo efficiënt mogelijk op een pallet worden geplaatst om uiteindelijk zo veel mogelijk complete lagen te maken. Voor deze complete lagen krijgen de spelers punten.

In het kader van mijn deelname aan POINT heb ik een aantal keren een materiaalbeschrijving gemaakt van materiaal dat bijvoorbeeld als verrijking of verdieping van het onderwijsaanbod kan worden ingezet. Voor het maken van deze materiaalbeschrijving ben ik dieper in het materiaal en de literatuur gedoken, ben ik zelf met het materiaal aan de slag gegaan en heb ik mijn leerlingen ermee laten werken. Het (kritisch) lezen van de spelregels helpt om te bekijken wat het doel is en om alvast na te denken hoe het materiaal kan worden ingezet. Door de leerlingen ondertussen te observeren kan ik zien hoe leerlingen reageren en wat het inzetten van het materiaal voor hen oplevert. Het is zinvol om te bekijken of er nog bepaalde theorieën of gedachten aan het materiaal ten grondslag liggen en of dit tijdens het inzetten van het materiaal is terug te zien.

Om te onderzoeken waar het spel precies een beroep op doet, ben ik de spelregels en de theorie ingedoken en ben ik het spel met mijn leerlingen gaan spelen. Ik ontdekte dat kinderen tijdens het spel hun executieve functies kunnen trainen, zoals plannen, inhibitie en flexibiliteit. Om kinderen hier bewust van te maken kan het goed zijn om hen een gerichte (individuele) opdracht mee te geven, zoals: “Denk eerst na of overleg eerst voordat je direct met de blokjes gaat stapelen.” Mijn ervaring is dat kinderen Team UP! een leuk spel vinden, omdat het iedere keer weer anders verloopt. Daarnaast kunnen kinderen zichzelf blijven uitdagen door te proberen de perfecte score te behalen. Het overleggen en samenwerken is wel eens lastig, maar zorgt voor mooie leermomenten die je achteraf weer met elkaar kunt bespreken!’

Panic Lab door Aline van Stiphout
Aline: ‘Panic Lab is een coöperatief spel waarbij spelers in een steeds wisselend laboratorium te werk gaan. Het laboratorium bestaat uit kaarten die in een cirkelvorm liggen. Op deze kaarten staan amoebes (eencellige diertjes) die kunnen ontsnappen en zich kunnen verstoppen. Het doel is om de ontsnapte amoebe als eerste te vinden en daarmee fiches te verzamelen. De speler die als eerste vijf fiches heeft verzameld, heeft gewonnen. Er zijn vier speciale dobbelstenen met een kleur, vorm, patroon en richting, om te ontdekken waaruit de amoebe ontsnapt en waarnaar de amoebe muteert. De speler die goed kan onthouden en snel kan schakelen, zal als eerste de amoebe vinden.

Vanuit mijn rol in de verrijkingsgroep waar ik heb gewerkt, ben ik op zoek gegaan naar spellen waarmee kinderen met elkaar leren en doelgericht hun geheugen kunnen trainen. Ik heb een collega geconsulteerd die veel kennis en ervaring heeft met het inzetten van dit soort spellen. Zo heb ik ook Panic Lab aangeschaft. Ik heb het spel eerst zelf thuis gespeeld, de handleiding geraadpleegd en bekeken welke differentiatiemogelijkheden er zijn. Vervolgens ben ik in gesprek gegaan met de kinderen in de groep om te ontdekken waar het spel bij hen een beroep op doet. Panic Lab is een van de favoriete spellen van de kinderen geworden!

Een training over het inzetten van spellen om bepaalde vaardigheden te oefenen had mij al bewust gemaakt van het belang om spellen in te zetten. Ik ben me hierdoor gaan verdiepen in wat executieve functies zijn en waarom het van belang is om een passend aanbod te bieden. Door mijn deelname aan de POINT-werkplaats heb ik voor de materiaalbeschrijving ook zelf de koppeling gemaakt naar de literatuur. Panic Lab is een interessant en educatief spel, dat spelenderwijs een beroep doet op de verschillende executieve functies. Dit zijn gedrag- en denkvaardigheden die elk kind op school en in het dagelijks leven nodig heeft en helpen bij doelgericht en aangepast gedrag. Zo wordt het werkgeheugen getraind doordat kinderen moeten onthouden welke mutatie al geweest is en welke nog gaat komen. Naast Panic Lab zijn er nog veel meer spellen die heel geschikt zijn om in een andere context te oefenen met executieve functies!

Bij Talent, een voltijd HB-voorziening van samenwerkingsverband Plein013, mogen de kinderen tijdens de inloop ook regelmatig starten met een spel. Panic Lab is een spel dat gemakkelijk in een korte tijd te spelen is. De kinderen passen het spel qua moeilijkheidsgraad zelf aan als nog niet ieder kind het even goed kent. Bijvoorbeeld meer of minder kaartjes, of alleen zeggen dat je de juiste amoebe hebt gevonden en dan tegelijkertijd pas naar de juiste amoebe wijzen. Dat voelt eerlijker. De kinderen van Talent hebben vaak een groot rechtvaardigheidsgevoel en door hun creatief denkvermogen in te zetten kunnen ze, in dit geval, een spel voor eenieder op het juiste level speelbaar maken.’

 De volledige materiaalbeschrijvingen van Team UP! en Panic Lab zijn te vinden op de website van POINT: www.point013.nl/materialen.

Over de auteurs:

  • Elise Samsen is junior-onderzoeker bij Stichting BOOM en de onderzoekswerkplaats POINT. In deze rol is zij betrokken bij diverse onderzoeken binnen de onderwijscontext, met name op het gebied van (hoog)begaafdheid en hoogsensitiviteit. Daarnaast is Elise coördinator van de werkplaats POINT013 in regio Tilburg.
  • Derk Lettink is werkzaam als leerkracht aan Jan Ligthartschool Driecant in Tilburg. Als leerkracht neemt hij ook deel aan de onderzoekswerkplaats POINT013.
  • Aline van Stiphout is leerkracht bij Talent, een voltijd HB-voorziening van samenwerkingsverband Plein013 in Tilburg. Daarnaast is Aline Begeleider Passend Onderwijs met expertise op het gebied van (hoog)begaafdheid, en coördinator van het HB-netwerk bij Stichting Tangent. Aline neemt ook deel aan de onderzoekswerkplaats POINT013.
  • Nathalie van Geloven is leerkracht en begeleider van (hoog)begaafde leerlingen op basisschool de Kikkenduut in Oisterwijk. Nathalie neemt deel aan onderzoekswerkplaats POINT013. Hiervoor heeft ze met andere deelnemers het professionaliseringspel enIQma ontwikkeld.
  • Luc Vermeulen is werkzaam als leerkracht groep 7 en coördinator HB aan De Vonder in Riel. Als leerkracht neemt hij ook deel aan de onderzoekswerkplaats POINT013.

Bronnen:

  • Dawson, P., & Guare, R. (2010). Slim maar… Help kinderen hun talenten benutten door hun executieve functies te versterken. Hogrefe Uitgevers BV.
  • Ferguson, L. E. (2021). Evidence-informed teaching and practice-informed research. Zeitschrift für Pädagogische Psychologie, 25(2-3), 199-208. https://doi.org/10.1024/1010-0652/a000310
  • Muijs, D. (2022, 31 maart). Evidence-informed lesgeven (Nr. 7) [Podcastaflevering]. In Duiden met de Muijs. Academica University of Applied Sciences. Geraadpleegd op 7 juni 2022. https://open.spotify.com/episode/3qrWZUaDtVGQkdNjB7yqvA?si=7223e4887b0b4b0f
  • Owen, K. L., Watkins, R. C., & Hughes, J. C. (2022). From evidence-informed to evidence-based: An evidence building framework for education. Review of Education, 10, e3342. https://doi.org/10.1002/rev3.3342
  • Platform Samen Onderzoeken. (2020). Sleutels voor evidence-informed werken: Een verkenning naar mechanismen die bijdragen aan duurzame onderwijsverbetering. PO-Raad, Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) en Platform Samen Onderzoeken. https://www.poraad.nl/schoolontwikkeling/innovatie-onderzoek/evidence-informed-werken/je-onderwijs-evidence-informed
  • Van der Ploeg, J., & Scholte, E. (2011). Orthopedagogische probleemvelden en voorzieningen in Nederland.
  • Van Gerven, E. (2021). Educational Paradigm Shifts and the Effects on Educating Gifted Students in the Netherlands and Flanders. Journal for the Education of the Gifted, 44(2), 171-200. https://doi.org/10.1177/01623532211001452
  • Wubbels T., & Van Tartwijk J. (2017). Evidence informed innovation of education in the Netherlands: Learning from reforms. In M. Eryaman, B. Schneider (Eds.). Evidence and public good in educational policy, research and practice (pp. 125-142). Springer. https://doi.org/10.1007/978-3-319-58850-6_7