Ouders en leerkrachten weten hoe lastig het soms is om een hoogbegaafd kind te herkennen én de juiste begeleiding te bieden. Maar als je een kind bent met een migratieachtergrond of je groeit op in slechte economische omstandigheden of je ouders kennen het Nederlandse schoolsysteem niet, dan kan de puzzel nog een stuk lastiger zijn. Met een aantal portretten wil ik mensen belichten die onder die omstandigheden zijn opgegroeid en die nu proberen om het verschil te maken voor de generatie die na hen komt. Deze keer ga ik in gesprek met Redouan El Yaakoubi, profvoetballer en oprichter en drijvende kracht van Stichting Durf te Dromen. | interview door Leonieke Boogaard
Hoogbegaafd
Het begrip hoogbegaafdheid komt in Redouans jeugd niet voor. Op een ‘zwarte’ school in een zogenaamde krachtwijk stevent hij af op een vmbo/havo-advies en valt het niet op dat hij meer in zijn mars heeft. Welke vo-scholen er buiten zijn eigen wijk zijn weet hij niet, en van open dagen om potentiële scholen te bezoeken hebben hij en zijn analfabete ouders nog nooit gehoord. Er is alleen een vanuit school verplicht uitstapje naar de dichtstbijzijnde vo-school, waar zijn zus ook zit.
Maar dan krijgt hij in groep 8 opeens leerkrachten die hem ‘aan’ zetten. Tot ieders verrassing scoort hij 548 op de Cito-toets. Een jongen uit zijn klas vertelt hem dat met zo’n score het gymnasium een topschool is. Redouan weet niet van het bestaan van gymnasia, maar wil wel graag naar de beste school. Zijn ouders zijn het daarmee eens. Zij vinden het belangrijk om jezelf zo goed mogelijk te ontwikkelen.
Voor Redouan zelf is op dat moment voetbal belangrijker dan school, maar toch gaat hij naar het gymnasium. Voor het eerst de wijk uit, onwennig op de fiets door onbekende wijken en op school opeens een heel ander soort leerlingen. Een superwitte school met leerlingen uit allerlei andere wijken met een andere achtergrond, een andere cultuur en andere normen en waarden. En je leert op die school ook nog Latijn en Grieks, een verrassing.
Op de vraag hoe hij hoogbegaafde kinderen zou omschrijven, geeft Redouan aan dat het kinderen zijn die zeer intelligent zijn, maar zich ook vaak onbegrepen voelen. Dat hun intelligentie niet altijd opvalt op school, maar wel in andere zaken. Dat je dingen soms in een ander vat moet gieten zodat het meer passend wordt. Veel kinderen zijn volgens hem veel intelligenter dan wij denken, maar door onbegrip en de daardoor opgeroepen frustratie komen ze soms in een neerwaartse spiraal terecht, raken ze zichzelf kwijt en kunnen ze hun potentieel niet benutten.
Als voorbeeld noemt hij een jongen die nu thuiszit omdat hij zich op school onbegrepen voelt en gefrustreerd raakt door het aanbod omdat hij veel verder is in zijn ontwikkeling. Dit kind, dat in alles excelleert, moet op een andere manier worden geprikkeld. Redouan ondersteunt de ouders bij het zoeken naar een passende plek.
Onderadvisering
Hoogbegaafde leerlingen met een andere etnische achtergrond zijn vaak minder zichtbaar. Door onbewuste vooroordelen, de taalafstand en de thuissituatie wordt het potentieel van veel leerlingen in bepaalde wijken niet gezien. Volgens Redouan moet je de lat hoog leggen, zodat je ziet wie dit aankunnen. Met name na corona is kansrijk adviseren een hot topic geworden. Volgens hem moet je je niet op momentopnames baseren, maar op het proces. Of leerlingen wel of niet snel groeien, of ze het in zich hebben om bepaalde dingen aan te kunnen. Corona is daarbij een geluk bij een ongeluk geweest omdat het veel dingen heeft blootgelegd. Hij geeft aan dat goede cijfers vaak gepaard gaan met plezier en dat iedereen blij wordt van goed presteren. Maar als kinderen goed presteren en desondanks niet gelukkig zijn, moet je onderzoeken wat er aan de hand is. Het is belangrijk om kinderen aandacht te geven en in het onderwijs het kind altijd op de eerste plaats te zetten. Maar helaas is er door de grote werkdruk op scholen, het lerarentekort en de grote klassen niet altijd voldoende aandacht voor elk kind. Het is belangrijk om oplossingsgericht te werken en alle opties te proberen. Hij zegt als mens de kinderen die buiten de lijntjes vallen te omarmen. Zelf is hij ook altijd een ‘ander’ kind geweest, en als hij terugkijkt had zijn potentieel beter benut kunnen worden. Je moet het kunnen benutten van je potentieel niet aan het lot en het karakter van het kind overlaten, maar bewust stimuleren. Het signaleren door docenten moet worden bevorderd.
Stichting Durf te Dromen
In het najaar van 2020 is Redouan gestart met zijn stichting Durf te Dromen met een klein groepje leerlingen en begeleiders. Inmiddels is het uitgegroeid tot zes locaties en 1200 leerlingen. Wat Redouan heel belangrijk vindt en waar hij alle docenten en coaches op traint, is dat elk kind gezien moet worden. Ook de rustige kinderen die uit zichzelf niet zo snel hun mond opendoen moeten gezien worden en zich er bewust van zijn dat ze ook waarde hebben in de klas. Elke docent, elke trainer op het voetbalveld heeft zijn lievelingetjes, maar als je je daar bewust van bent kun je zorgen dat je toch iedereen ziet.
Met zijn stichting speelt Redouan op verschillende manieren in op de behoeften van de kinderen en de ouders in de wijk. Zijn stichting is heel duidelijk géén huiswerkinstituut, maar een plek waar geïnvesteerd wordt in zaken die op school niet of in mindere mate aan de orde komen. Sociale vaardigheden, weerbaarheid, zelfverzekerdheid, netwerken. Volgens hem gaan de prestaties op school vanzelf vooruit als leerlingen meer zelfvertrouwen krijgen en weerbaarder worden. Als je niets durft te vragen en niet kunt debatteren, dan is investeren in rekenen niet de oplossing. Daarom zetten de begeleiders in zijn stichting in op het veranderen van de mindset, op het verbeteren van de mentale sterkte. Zorgen dat leerlingen zelfvertrouwen krijgen, dat ze weten dat ze het aankunnen. Wat je aandacht geeft groeit, zegt hij, en positieve aandacht laat je nog meer groeien.
Kunnen debatteren is op elke leeftijd een goede vaardigheid om te hebben. Aan het eind van de serie lessen debatteren bezoeken ze een proces in de rechtszaal. Alles is erop gericht om de wereld van de kinderen te vergroten. Ze leren netwerken en relaties koesteren omdat je daar op latere leeftijd profijt van kunt hebben. Veel kinderen zitten in hun eigen bubbel in de eigen wijk en hebben dan later moeite met bijvoorbeeld het vinden van stageplekken. Ouders met een laag inkomen hebben vaak ook minder netwerk. Als je vader een eigen bedrijf heeft, ziet je toekomst er veel rooskleuriger uit.
Zes pijlers
De stichting is gebaseerd op zes pijlers:
[*] Bijscholing: betere schoolprestaties vergroten de kansen om een diploma te halen en de studie en/of het werk van je dromen te gaan doen.
[*] Talentontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling: sociale en professionele vaardigheden zoals plannen en organiseren, motivatie, omgaan met tegenslagen, discipline, presenteren en debatteren, je netwerk uitbouwen en vreedzaam samenleven zijn belangrijk voor de ontwikkeling. Ook is er aandacht voor gezondheid, zelfvertrouwen, zelfreflectie en omgaan met social media.
[*] Ouderbetrokkenheid: met alle ouders worden intake-, voortgangs- en eindgesprekken gevoerd omdat het belangrijk is dat ouders betrokken zijn bij het leren van hun kind. Ze worden betrokken bij alles wat de stichting doet en zeker ook bij het thema talentontwikkeling.
[*] Beroeps- en sportoriëntatie: beter zicht bieden op welke beroepen, studies en profielen er bestaan door beroepenmarkten te organiseren en laten zien dat er andere sporten zijn dan voetbal of thaiboksen, zoals hockey of korfbal.
[*] Diversiteit en inclusie: anderen leren respecteren en in hun waarde laten. Iedereen hoort erbij, ook als je het niet met elkaar eens bent. Uit je eigen bubbel komen, nieuwsgierig zijn naar de ander en elkaar leren begrijpen.
[*] Communityvorming: leerlingen komen van verschillende scholen, maar worden steeds meer één groep. Ook de vrijwilligers komen uit verschillende culturen en leeftijdscategorieën. Iedereen leert van elkaar en zo ontstaat er een steeds grotere community van mensen die in elkaar geïnteresseerd zijn. Dit sociaal kapitaal is superbelangrijk.
Verschillende culturen als verrijking
Redouan geeft aan dat het contrast tussen zijn ‘zwarte’ basisschool en zijn superwitte elitaire gymnasium zijn eigen leven heel erg heeft verrijkt. Hij heeft de normen en waarden van een andere cultuur en achtergrond leren kennen. Samen met zijn empathisch vermogen zorgt dat ervoor dat hij zich goed in verschillende leefwerelden en verschillende perspectieven kan inleven. Hij stelt zichzelf ook vragen zoals ‘waarom zou iemand zo denken?’ en ‘waarom denk ik wat ik denk?’ Hij vindt dat je het gesprek nooit uit de weg moet gaan, want dat zorgt voor onbegrip en verwijdering.
Maar ook op het gymnasium loopt hij bij sommige docenten tegen onbewuste vooroordelen aan. Anderen behandelen hem juist net als alle andere leerlingen. Zijn ervaring is dat je alleen wordt geaccepteerd door de andere leerlingen als je meegaat met de algemeen heersende gedachten en opvattingen. Zijn primaire doel is om zijn diploma te halen, maar als puber wil je er ook bij horen. Dan sta je achteraf niet achter alle keuzes die je hebt gemaakt om niet buiten de boot te vallen. In zijn eigen leerjaar voelt hij zich wel oké, maar leerlingen in andere leerjaren distantiëren zich vaak van de weinige Marokkaanse leerlingen op school. Volgens hem een vorm van angst bij hen, maar het zorgt ook voor een minderwaardigheidsgevoel bij de Marokkaanse leerlingen.
In zijn eigen jeugd had hij geen rolmodellen, hij kende geen enkel kind in zijn omgeving dat naar het vwo ging. Alleen op voetbalgebied had hij een rolmodel in Ibrahim Afellay. Die had een voorbeeldfunctie voor jonge Marokkanen. Redoaun geeft aan dat voetballers vaak veel slimmer zijn dan ze zelf denken.
Rolmodel
Inmiddels is Redouan zelf een mooi rolmodel geworden. Naast zijn carrière als profvoetballer steekt hij nog een hele werkweek in zijn stichting, die ervoor zorgt dat de kinderen van nu meer kansen krijgen dan hij vroeger zelf had, waardoor hun wereld groter en veelkleuriger wordt.
Binnen de deelnemers aan het programma is er ook een pittige doelgroep. Met het diverse team dat Redouan heeft neergezet proberen ze alle kinderen zo goed mogelijk te begeleiden. Al merkt hij wel dat deze jongeren zich meer herkennen in de begeleiders/docenten met een andere etnische achtergrond. De leefwerelden komen dichterbij elkaar en vaak kunnen ze over hetzelfde meepraten. Dit resulteert ook wel in meer respect en ontzag, maar het is niet altijd even eerlijk en terecht. Ook de andere begeleiders, de ‘witte’, dragen een rugzak en hebben genoeg meegemaakt. Juist daarom vindt hij het belangrijk dat ze meer naar elkaar toe trekken, geïnteresseerd zijn in elkaar en meer van elkaar leren en begrijpen. Dit heeft ook Redouan verrijkt en het verrijkt hem nog steeds, het leren van elkaars normen, waarden en cultuur!
Iedereen moet zich goed bewust zijn van wat zijn rol als docent is. Kinderen moeten zich jou later herinneren als degene die je wél heeft geholpen. Het is van belang dat je iets belangrijks teweeg kunt brengen in het leven van kinderen en dat je je daar elke dag van bewust bent. Daarom stimuleert hij alle medewerkers om iedereen te zien. Omdat hij gelooft in de kracht van herhaling, blijft hij dit en andere dingen net zo lang herhalen tot het in hun DNA zit.
En het werkt! Kinderen die jarenlang niets durfden te zeggen in een groep praten nu de oren van je hoofd. Ze zijn zelfverzekerder, hebben meer vertrouwen in zichzelf en zijn gegroeid in hun sociale, emotionele en persoonlijke ontwikkeling. En een mooie bijkomstigheid is dat hun cijfers op school vaak vooruitgaan.
Dit hele artikel is ook te lezen in Gifted@248 ZOMER 2023
Meer informatie en bestellen via deze link