Leergierig als ze zijn, zien hoogbegaafde kinderen ‘school’ vooral als the place to be. Op cognitief vlak gebeurt het allemaal daar, toch? Ze willen op school vooral ‘knallen’, hoge punten halen, boeiende dingen doen en zich geen seconde vervelen. Tegelijkertijd maakt diezelfde school hen soms doodsbang: zoveel lawaai, zoveel mensen en er zal toch wel iemand zijn die mij begrijpt als ik me weer eens overrompeld voel? Hun ouders hebben op hun beurt ook zo hun verwachtingen. School moet ervoor zorgen dat hun kind leert werken en studeren, maar diezelfde school moet vooral ook leuk en boeiend zijn. Hun kind moet er graag naartoe gaan en zich er veilig en gelukkig voelen. Helemaal mooi is het als hun kind ook naar huis komt met schitterende resultaten. En de leerkrachten? Zij verwachten elk schooljaar opnieuw dat ze in de eerste plaats een goede leerkracht kunnen zijn voor ál hun leerlingen. En stiekem hopen ze misschien wel op een jaar zonder hoogbegaafden in de klas…

Over hoogbegaafden doen dan ook nog steeds de wildste verhalen de ronde. Als het niet de luxegedachte is die speelt (een hoogbegaafde is een genie op elk vlak, wat kun je die nog bieden?), dan is het wel het andere uiterste, namelijk dat hoogbegaafden lastpakken zijn van wie de ouders maar niet willen aanvaarden dat hun kind gewoon lui, of dom, of rotverwend of alle drie tegelijk is. Geen wonder dat leerkrachten deze uitdaging dan liever uit de weg gaan! Maar leerkrachten die zich niet laten misleiden door wilde verhalen en graag willen doen wat nodig is voor hun hoogbegaafde leerlingen, voelen zich ook vaak vertwijfeld. Iedereen weet dat hoogbegaafde leerlingen veel uitdaging nodig hebben en veel vragen stellen om hun leerhonger te stillen; dat maakt leerkrachten weleens onzeker. Bovendien zijn hoogbegaafde leerlingen soms zo gevoelig, zo kritisch en zo veeleisend dat ze je alle hoeken van de klas laten zien en je hen desondanks niet aan de slag krijgt. Hoe pak je dat dan aan, in een toch al drukke klas? Met je school of je collega’s een Exentra-opleiding volgen, zou ik durven suggereren, maar dit terzijde.

Als de wittebroodsweken naar hun einde lopen, is het tijd om wederzijdse verwachtingen naar een wat realistischer niveau te brengen. Ja, hoogbegaafde leerlingen staan erom bekend de lat hoog te leggen voor zichzelf (en vaak ook voor anderen). Dus hebben ze in de eerste plaats behoefte aan een leerkracht die als een stevige kapitein op het schip staat! Niet de hoogbegaafde kinderen (en hun ouders) bepalen het reilen en zeilen in de klas, wel de leerkracht. En die kijkt erop toe dat alle leerlingen (dus ook de hoogbegaafden) dingen leren doen die ze misschien helemaal niet leuk (lees: te moeilijk) vinden, want alleen zo leren ook zij dat fouten maken niet het einde van de wereld betekent. Dat is net leren! Trouwens, school hoeft echt niet alleen maar ‘leuk’ te zijn. Je hoeft dus geen (hoogbegaafde) topleerkracht te zijn, als je maar stevig in je schoenen staat. Als je je hoogbegaafde leerlingen ziet in hun eigenheid, en benadrukt dat je niet verwacht dat ze topresultaten neerzetten maar wel dat ze op zijn minst de opdracht proberen, boek je hoe dan ook vooruitgang. We wensen jullie een boeiend schooljaar!

Column verscheen eerder in Gifted@248 herfst 2017